Cijfers, cijfers en nog eens cijfers. Het Sengerema Hospital is een groot ziekenhuis, waar jaarlijks ongeveer 70-duizend patiënten worden behandeld. Dit resulteert in enorm veel kosten, waaronder kosten die niet altijd verhaald kunnen worden op de patiënten. Dit is bijvoorbeeld zo bij acute zorg voor mensen die het niet kunnen betalen. Ik buig me de hele dag over deze financiële vraagstukken.

Uit mijn kantoor kan ik de patiënten zien die de ingang van het ziekenhuis doorgaan. Daarnaast krijg ik veel te horen over de patiënten die worden opgenomen. Deze week werden er bijzondere patiënten opgenomen. Een man die bij de rivier aan het vissen was, is aangevallen door een krokodil. De man liep daarbij ernstige verwondingen op aan zijn been (botbreuken en ernstig geïnfecteerde wonden). Een andere man was gebeten door een hippo! Misschien verwacht je dit als lezer wel; we zijn ten slotte in Afrika. Zelf hebben we in de tijd dat wij hier aan het werk zijn en de vele uitstapjes die wij hebben ondernomen, naast wat stokstaartjes en de bijzonder eng uitziende maribu stork, hier nog geen wild gezien.

Na mijn dag in het (heerlijk gekoelde) kantoor kijk ik vaak nog even op de NICU waar Sandra dan nog hard aan het werk is. Vandaag lagen er wel heel veel kleintjes, op elk bed waar ik keek lagen er minimaal twee. Toen Sandra mij zag werd ik meteen aan het werk gezet. Handschoen aan en D10% (suikerwater) op mijn pink. Ik mocht de baby’s wat suikerwater geven om zo als afleiding en pijnverzachting te fungeren terwijl Sandra een infuus ging plaatsen. Ik ging eerst maar eens even oefenen bij een kleintje die geen infuus nodig had. Ik ging met mijn pink langs het gezicht en binnen een seconde bewoog de baby met zijn mond naar mijn pink, pakte hem vast en begon te sabbelen. Hij leek erg voldaan. Sandra waarschuwde mij dat als ik zou stoppen de baby misschien zou gaan huilen, maar na een paar minuten kreeg ik mijn pink weer terug en toen kon ik echt aan het werk. Sandra legde het infuus klaar en ik had een nieuwe handschoen met suikerwater klaar. In een benarde positie legde ik mijn pink weer tegen de wang aan en net zo makkelijk zocht ook deze baby met haar mond weer mijn pink.

Terwijl Sandra het kleintje verder verzorgde liep ik nog een rondje op de afdeling. Ondertussen heb ik redelijk geleerd om de files (en zoals de Tanzanianen uitspreken failies) te lezen. Mijn aandacht werd getrokken door een geluid uit een hoek van de kamer. Eén kleintje was aan de CPAP (ademhalingsondersteuning) gelegd, hij had zichtbaar moeite met ademen. Het kindje had een schema voor D10% om de drie uur. D10% zorgt ervoor dat in afwezigheid van de moeder het kindje geen te lage bloedsuiker krijgt (waaraan het kindje kan overlijden) in de eerste uren na de geboorte. De laatste keer dat het kleintje D10% gehad had was al zes uur geleden. Ik keek naar de enige nurse op de afdeling. Die was druk met van de ene baby naar de andere baby en van de ene moeder naar de andere moeder te rennen. Er liggen in de kleine ruimte namelijk niet alleen veel baby’s, maar ook veel moeders. De moeders delen vaak met zijn tweeën een bed, waar ze samen met hun baby’s op liggen. Het is eigenlijk geen doen dat één nursie in deze drukte alle kleintjes moet verzorgen.

In al mijn voorbereidingen op het werk in Sengerema leerde ik dat in westerse landen de verpleegkosten de hoogste kosten van een NICU afdeling zijn. De norm is namelijk één verpleger op maximaal vier patiënten. In gevallen dat er noodzaak is voor zeer intensieve en complexe zorg, kan dit zelfs teruglopen tot 1 op 1 zorg. Hier in Sengerema werken verpleegkundigen vaak in hun eentje op een grote zaal met hoge aantallen patiënten. De werkdruk is hierdoor erg hoog. Ondanks dat de nursies zo hard werken als ze kunnen, ontvangen patiënten door het tekort aan personeel (onder andere door te lage lonen) niet altijd de zorg die ze verdienen.

Ik wilde er zeker van zijn dat de baby met ademhalingsproblemen wel de juiste zorg zou ontvangen voordat wij weggingen. Toen ik aan de nursie aangaf dat de baby verzorging nodig had, gaf zij de baby binnen enkele minuten zijn medicatie. Ik kon helpen door de baby wat D10% te geven. Het was inmiddels al laat, dus tijd om te gaan. Ik hoopte dat ik de baby later weer zou zien…

Vandaag was de laatste dag voor San op de NICU. De NICU die een speciaal plekje in ons hart heeft gekregen. Tijdens ons verblijf werd duidelijk dat ondanks dat de afdeling zeer succesvol is gebleken (sinds de oprichting is het sterftecijfer met 40% gedaald), de NICU zeer toe is aan de uitbreiding. De kleine en hete ruimte maakt het een broeikasje voor ongedierte (ondanks het goede schoonmaakwerk van het personeel) en zorgt ervoor dat het moeilijk is om de hygiëne te waarborgen. Niet alleen fysieke uitbreiding is nodig, ook gedreven en goed opgeleid personeel is nodig om de uitbreiding van de NICU tot een succes te maken. De toestroom van baby’s is hoog en zal naar verwachting alleen maar toenemen als de uitbreiding van de NICU gerealiseerd is.

Comments are closed

Footer