Terwijl Sandra vorige week al aan de slag ging in het ziekenhuis was mijn collega (Lesserian) in verband met werk in een andere stad. Dit gaf mij de kans om alle gegevens grondig door te nemen voor de start van mijn opdracht. Dat zijn nogal wat gegevens want het is een heel groot ziekenhuis met zeer veel afdelingen…

Voordat ik begon met de beschikbare financiële gegevens door te nemen, besloot ik te gaan rennen door de prachtige natuur in de omgeving om zo ook de buurt wat beter te leren kennen. De locals moeten wel gedacht hebben wat doet die mzungu hier, maar iedereen was aan het zwaaien en bijna alle kinderen renden – voor wat het leek – oneindig lang met mij mee. Waar ik ook keek, iedereen zwaaide uitbundig naar mij. Dat gaf een heel welkom gevoel. Gek genoeg deed het mij heel erg denken aan een paar weken terug toen we de Vierdaagse aan het lopen waren en daarmee geld inzamelden voor project NICU.

Afgelopen maandag kon ik mij om 08:00 melden bij het kantoor van Lesserian. We maakten kort kennis waarna hij mij door het ziekenhuis rondleidde. Ik ontmoette iedereen van de afdeling financiële administratie. Deze bestaat uit ongeveer 8 mensen, die zeker niet allemaal Engels spreken. Mijn Swahili is op dit moment nog niet al te best: Habari ya asubuhi? Nzuri sana? Na wewe? (Hoe gaat het deze ochtend? Het gaat zeer goed? Met jou?). Taal is een verbindende factor dus ik zal mij de komende weken, naast mijn opdracht, veel gaan verdiepen in het Swahili om gesprekjes te kunnen voeren.

Nadat ik de mensen van de financiële afdeling had ontmoet liepen we door het hele ziekenhuis. Lesserian vertelde mij over hoe het ziekenhuis gefinancierd wordt en wat de problemen hierin zijn. Zo zijn er exemptions voor betalingen. Onder andere zwangere vrouwen, kinderen onder de vijf en chronisch zieken moeten gratis behandeld worden. Hierdoor ontstaan er veel kosten voor het ziekenhuis waar geen opbrengsten tegenover staan. Doordat deze exemptions gelden voor een groot deel van de patiëntenpopulatie, staat het ziekenhuis constant onder financiële druk.

Nadat ik door tal van afdelingen was begeleid en zoveel mensen de hand had geschud dat ik niet iedereens naam meer weet, kwam ik uit bij de NICU. Maandag was de eerste dag dat Sandra daar was begonnen en ik zag haar meteen zitten. De NICU is een hele kleine ruimte met zes bedden tegen elkaar aan gezet, vier incubators (houten couveuses), een aantal CPAP-machines (laag invasieve beademing), zuurstofapparaten en nog een bureau. Overal hoor ik gepiep van de machines. Ik zie per bed zeker drie baby’s liggen met meerdere moeders er omheen (op een klein eenpersoonsbed), in de couveuses liggen soms twee of drie kinderen per couveuse. Het is benauwd. Sandra is bezig met de beoordeling van een patiëntje. Terwijl Lesserian mij uitlegt hoe de afdeling werkt en wat de plannen zijn voor de komende twee jaar zie ik Sandra druk bezig, ze kijkt niet op of om. Ik zou haar zo kunnen aanraken om gedag te zeggen maar ik vermoed dat dit patiëntje meer de aandacht kan gebruiken dan ik. Lesserian en ik lopen weer verder door het ziekenhuis.

Eenmaal terug in ons kantoor laat Lesse mij de financiële geldstromen zien. Hij stuurt mij nog meer bestanden en rapportages waar ik doorheen kan gaan met de vraag of ik suggesties ter verbetering heb. De komende tijd zal ik gebruiken om alle data door te gaan en zo veel mogelijk te helpen waar ik kan.

Comments are closed

Footer